- Janny de Moor - https://www.jannydemoor.nl/nl -

Groningse pankouken

Ingrediënten

Bakmateriaal:

 

Beslag voor 12 stuks:

 

Erbij:

Men mout gain pankouk bedarven om n aai. In Groningen waar men de pannekoek met ei gebruikt om aan te geven dat beknibbelen heel onverstandig kan zijn, moet dat baksel een speciale rol gespeeld hebben. En dat was ook zo. In de jaren 1900-1918 bijvoorbeeld kreeg je ‘s morgens als ontbijt Potjemeel (gruttenbrij met water) met pankouk. Die pankouk werd ook van boekweitmeel gebakken. Een toplekkernij was de baistpankouk, gemaakt met de eerste melk van een koe die pas had gekalfd, de biest. Of de siepelpankouk, met schijfjes ui erin. Dat wilde iedereen wel, maar dat was soms een vrome wens, getuige het spotliedje van de dienstboden als de koekepan te lang ongebruikt bleef:

Boer verkoop joen pankoukspaan; Wil heb wie der tòch nait van;

Zesmaal snert al ien de week; Dat vertel wie tòch bie streek.

(Boer verkoop je pannekoekenpan maar, we hebben er toch niet veel aan.

Zesmaal erwtensoep in de week, dat gaan we rondvertellen!).

Daar duidt ook het volgende spreekwoord op: Aarmelu pankouken en riekelu zaikte roeken wied (De pannekoek van een arme en ziekte van een rijke ruik je van verre). Dat wil zeggen: zoals er veel over gepraat wordt als een arm mens eens een pannekoek bakt, zo ook als er een rijke ziek is. Jozien Jobse van Putten (Eenvoudig maar voedzaam) denkt dat het door de stinkende raapolie kwam, waarin de armen hun pannekoek bakten.

Kortom, een pannekoek gold als een lekkernij, ook toen al iets waar je naar uitkeek. Naar Vollemaonsdag, zo heette de vaste dag in een huishouding waarop pannekoek werd gegeten eind 19e eeuw. Men zei dan tegen elkaar: ‘t is vanmiddag vollemoan, wij eten pankouk’.