Janny de Moor Janny de Moor

Australische knappertjes

Ingrediënten

Bakmateriaal:

  • 3 ovenbakplaten,
  • met bakpapier belegd

 

Voor circa 30 stuks:

  • 125 g tarwebloem, patent
  • 100 g vlugkokende havermout
  • 100 g fijne kristalsuiker
  • 75 g geraspte kokos, gedroogd
  • 125 g boter
  • 2 volle eetlepels golden syrup
  • 7 g zuiveringszout (natriumbicarbonaat)
  • 2 eetlepels kokend water

 

ANZAC biscuits, te koop in iedere Australische en Nieuw Zeelandse supermarkt, zijn populair bij rugzakkers die de bush ingaan want ze zijn licht, voedzaam en lang houdbaar. Dit soort biscuits is een Engelse uitvinding, waarschijnlijk net als scheepsbeschuit oorspronkelijk niet voor het lekker ontworpen, maar voor duurzame voeding.

Precies daarom zijn ANZAC biscuits rond 1914 bedacht. En wel door bezorgde moeders, vrouwen en meisjes van het Australian and New Zealand Army Corps in Australië. Of was het Nieuw Zeeland? Daar wordt beweerd dat ze van hen ‘gestolen’ zouden zijn. Ze lijken namelijk veel op de oatmeal cakes (havermoutkoekjes) die de vele immigranten van Schotse afkomst daar bakken. Maar je hebt natuurlijk ook Schotten in Australië. Alle vrouwen maakten  hun koekjes van wat er altijd voorhanden was: een baal meel en havermout voor het ontbijt. Ze gaven ze mee op de schepen naar Gallipoli (Turkije), waar het Corps deelnam aan de Eerste Wereld Oorlog. Dat duurde per schip verscheidene maanden want ze maakten maar 18,5 km per uur. Zolang hielden die koekjes het makkelijk uit.

Half april krijgen schoolkinderen het recept ervoor mee naar huis om de nationale koekjes te bakken voor 25 april, de Australische herdenkingsdag ANZAC Day. Je moet ze proeven om te beseffen dat ze niet alleen vanwege de houdbaarheid zolang populair zijn gebleven.

  • De oven voorverwarmen op 180˚C.
  • De bloem in een kom mengen met havermout, suiker en kokos. Kuiltje maken in het midden.
  • Boter en golden syrup vloeibaar laten worden in een pannetje boven laag vuur, niet koken.
  • Zuiveringszout oplossen in 2 eetlepels kokend water en van het vuur af mengen met het boterstroopje.
  • Het botermengsel in het kuiltje schenken en vanuit het midden alles goed mengen met een lepel.
  • Telkens van 1 afgestreken eetlepel deeg een balletje (circa 17 g) rollen. Over de bakplaten verdelen. Platdrukken met de toch al vette handpalm tot circa 7 cm diameter. Ze zetten nog wat uit. Dus ze moeten een eindje van elkaar liggen.
  • Bakken: Circa 10 minuten op de middelste richel tot ze diepbruin zijn. Een paar minuten op de bakplaat laten afkoelen, daarna met een taartschep overbrengen op een rooster. Na afkoeling luchtdicht bewaren.

Deel recept