Ingrediënten
Voor twee:
- 100 g pittabrood
- 1 aubergine (300-400 g)
- 40 g gesmolten boter
- 2 eetlepels pijnboompitten
- tomatenblokjes op sap (400 g)
- 1 theel. gemalen piment
- peper, zout
- 150 g Griekse yoghurt (10%)
- 2 eetlepels fijngesneden platte peterselie
- teentje vers knoflook
Fattet heet dit soort gerecht in Arabische landen, naar de stukjes oud brood die er altijd aan te pas komen. Arabisch fatta betekent ‘scheuren, in stukken breken’. Zo is pitta ontstaan uit Joods-Aramees pat lechem, een afgescheurd stukje brood (in het Arabisch is p een f geworden). Nu zijn de pitta-broodjes hier vaak al oud als je ze koopt. En dat komt deze keer goed uit. Je hoeft ze enkel even te grillen. Tenminste, als je ze apart serveert. Traditioneel worden de stukjes gefrituurd om ze daarna te bedekken met groente of vlees. Dan moeten ze echt haastig gegeten worden anders worden ze te zacht.
- De broodjes horizontaal doorsnijden, in kleine stukjes breken.
- De aubergine wassen, in plakken snijden, rondom inkwasten met boter en rondom bruinen onder een grill.
- De pijnpitten roosteren in een grote koekepan, op een bord laten glijden.
- De tomatenblokjes zeven in dezelfde koekepan. Met piment, peper en zout aan de kook brengen, de plakken aubergine hierin even laten pruttelen, warm houden.
- De yoghurt mengen met kruid, uitgeperst knoflook, peper en zout.
- De stukjes brood omwoelen met de overige boter. In een ingevette platte schotel leggen. Als u aan het hoofdgerecht toe bent op 15 cm afstand van een hete grill zetten tot ze licht gekleurd zijn.
- Het brood opzij schuiven. De warme aubergine met saus in het midden lepelen. Bedekken met een laagje yoghurt. Bestrooien met pijnpitten.
Wijn: Sauvignon blanc
Menusuggestie:
- Vooraf: gevulde snackpaprika’s. 4 stuks in de lengte halveren, leeghalen. Rondom bakken in wat boter. Het vlees van een rijpe avocado met peper, zout en iets tabasco glad draaien met een staafmixer. In de afgekoelde paprika’s strijken, muntblaadjes erop.
- Na: sinaasappelvla. 250 ml sinaasappelsap met 1 eetl. suiker en 1 eetl. oranjesnippers aan de kook brengen. Roerend binden met 3 afgestr. eetl. maïzena gladgeroerd met 3 eetl. water. In coupes schenken. Na afkoeling garneren met groene bigarreaux.
