Janny de Moor Janny de Moor

Keulse ‘Appeltaat’

Ingrediënten

Bakmateriaal:

  • Ingevette springvorm
  • (met verhoogde bodem),
  • binnenbodem  24 cm diameter,
  • bovenkant  25 cm, (rand 7 cm)

 

Deeg:

  • 300 g tarwebloem, patent
  • 150 g witte basterdsuiker
  • snuf zout
  • 150 g harde boter
  • 2 eieren (M)
  • 2 afgestreken eetlepels crème fraîche
  • geraspte schil van een biologische citroen
  • (= zonder laklaag)

 

Vulling:

  • 1 kg appels (Granny Smith)
  • 50 ml witte wijn
  • 25 g kristalsuiker
  • 1 vanillestokje
  • 4 eetlepels paneermeel
  • 50 g rozijnen
  • 50 g grofgehakte hazelnoten

 

Bovenop:

  • 1 eierdooier losgeklopt
  • met 1 eetlepel melk
  • vanillesuiker
  • (= suiker waarin vanillestokjes zijn bewaard)

Nee, geen schrijffout. In Rheinland maakt men een appeltaart met deksel die ‘jedeckte Appeltaat’  heet – hun dialect lijkt veel op Nederlands en hun voorliefde voor dit gebak is zo mogelijk nog groter dan bij ons. Als een Rijnlander zijn meisje wil behagen fluistert hij haar toe: ‘Jouw zoenen smaken naar Appeltaat‘.

Hoor het refrein van een bekend liedje uit de Keulse Lieder-Sammlung: Kölsche Mädcher künnen bütze (kussen), jo dat es en wahre Staat. Su e Bützche vun ‘nem Nützche (liefje), Jung, dat schmeck wie Appeltaat.

Valt te proberen.

  • Bloem, suiker en zout zeven. Met twee messen de boter erin fijnsnijden. Eieren, crème fraîche en citroenrasp erbij roeren met een mes. Met koele hand een niet plakkerig deeg kneden, misschien met nog wat bloem of room. Toegedekt 1 uur koelen.
  • Appels schillen en in dunne schijfjes snijden. Wijn, suiker en vanille in een wijde pan onder deksel 10 minuten laten trekken. De appelschijfjes daarin smoren tot ze zacht zijn maar nog heel. Af en toe omschudden. Appels uit het vocht scheppen, vocht inkoken tot een stroopje, over de appels schenken. Laten afkoelen. Afgespoeld vanillestokje in suiker bewaren.
  • Oven voorverwarmen op 200˚C.
  • Deeg verdelen in 2/3 en 1/3. Beide bollen op bestoven werkvlak uitrollen tot een cirkel van 26 cm. De dunste koelen op bakpapier. De vorm bekleden met de dikste. Rand 4 cm omhoog drukken. Deegbodem met paneermeel bestrooien.
  • De appels over de deegbak verdelen. Rozijnen en noten erop strooien. Toedekken met de tweede deegplak. Randen samenknijpen. Bovenkant meermalen inprikken met een vork. Met dooiermelk bestrijken.
  • Bakken: 45-50 minuten, onderste richel. Meteen met vanillesuiker bestrooien. Tot lauw laten afkoelen in de vorm met een stukje alufolie eroverheen (anders wordt de korst te hard). Hierbij stijfgeklopte slagroom.

Deel recept